Het getuigenis van deze gepensioneerde weerspiegelt de realiteit van vrouwen die oud zijn geworden en afhankelijk zijn van het pensioen van hun man.
In Spanje zijn duizenden vrouwen die hun hele leven in familiebedrijven hebben gewerkt of zich aan het huishouden hebben gewijd, op oudere leeftijd zonder eigen pensioen terechtgekomen. Het socialezekerheidsstelsel vereist ten minste 15 jaar premiebetaling om in aanmerking te komen voor een bijdragegebonden pensioen en biedt een niet-bijdragegebonden pensioen voor ouderen die onvoldoende of helemaal geen premie hebben betaald, zoals huisvrouwen. Maar in de praktijk waren veel vrouwen van vroegere generaties niet op de hoogte van hun rechten of hebben ze daar nooit aanspraak op gemaakt. Het resultaat is dat ze vandaag de dag uitsluitend afhankelijk zijn van het pensioen van hun echtgenoten.
Dat is het geval voor Ana, die op 87-jarige leeftijd zegt gepensioneerd te zijn, maar “helemaal niets ontvangt”. Haar enige bron van inkomsten is de uitkering van haar man, een voormalig advocaat, die altijd de huishoudboekjes bijhield. “Wat pensioenen betreft… ik krijg geen cent”, legt ze uit in een interview met NoticiasTrabajo.
Haar bron van inkomsten is het geld van haar man
Ana werkte samen met hem op het kantoor in Barcelona en later in Almería, maar heeft haar werksituatie nooit geregulariseerd en heeft ook geen pensioen aangevraagd toen ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. “Ik ben nooit gaan smeken om het te krijgen”, geeft ze toe. Door dat administratieve gat is ze financieel afhankelijk van haar partner, ondanks het feit dat ze jarenlang in het familiebedrijf heeft meegewerkt.
Vandaag zegt ze dat ze dankzij het pensioen van haar man een rustig leven leidt. “Ik weet dat hij een pensioen ontvangt, maar dat is omdat hij gepensioneerd advocaat is. Verder weet ik niets”, legt ze uit, en ze geeft toe: “Ik leef goed. Niemand heeft me gezegd dat ik het niet moest aanvragen, alleen dat mijn man ervoor gezorgd heeft dat het ons thuis aan niets ontbreekt”.
Ze geeft zelfs toe dat ze genoeg hebben om van te leven omdat haar man geld heeft gespaard voor hun oude dag, en hoewel ze toegeeft dat ze niet weet hoeveel haar man momenteel ontvangt, heeft ze toegang tot de gezamenlijke rekening: “Ik heb mijn kaart, als ik wil kan ik geld opnemen, maar ik vind het niet leuk om geld op te nemen, ik vind het leuker om geld te storten”, vertelt ze. Ondanks dat comfort blijft haar welzijn echter afhankelijk van het inkomen van iemand anders.
Bovendien kijkt Ana met bezorgdheid naar de situatie van mensen die niet op die steun kunnen rekenen:
“Ik vind het leven duur voor mensen die zelf hun brood moeten verdienen zonder dat iemand hen daarbij helpt. Ik weet niet hoe ze rond kunnen komen, zeker als ze kinderen of bejaarde ouders hebben.”
Zich ervan bewust dat haar generatie die afhankelijkheid als iets natuurlijks beschouwde, geeft ze jongeren het volgende advies: “Studeer hard, want met een goede opleiding kunnen jullie voor jezelf zorgen en misschien zelfs voor jullie grootouders, jullie ouders en jullie eigen huwelijk”, concludeert ze.