De professional had 25.000 euro geïnvesteerd nadat hij EU-subsidie had gekregen, maar de Spaanse regering wijzigde de voorwaarden
Een boer uit Castellón is vrijgesteld van een schuld van 91.000 euro die hij had opgebouwd nadat de regering hem geruïneerd had door een wijziging in de voorwaarden voor een Europese subsidie, die achteraf door de Spaanse regering was besloten toen hij deze al had toegekend gekregen.
“Gebroken beloften, verloren investeringen en schulden die nooit hadden mogen bestaan”. Zo vat de Vereniging voor Hulp bij Schulden het verhaal samen van deze boer die in 2015 “geloofde in overheidssteun”, 25.000 euro investeerde om toegang te krijgen tot een goedgekeurde subsidie en uiteindelijk “in de schulden raakte toen de regering halverwege de regels veranderde”.
Jaren later, nadat hij meer dan 91.000 euro aan schulden had opgebouwd en door banken en bedrijven was afgewezen omdat hij in het register van wanbetalers stond, “moest een rechter ingrijpen om hem te geven wat de staat hem had geweigerd: een tweede kans”.
Een “onzichtbare wanbetaler”, uitgesloten van de markt
De aanleiding voor deze crisis ligt in het wettelijke kader van het Plattelandsontwikkelingsplan van de Europese Unie, dankzij welke hij subsidies ter waarde van 55.000 euro had gekregen. “Vertrouwend op het woord van de instelling, schoot hij die investering van 25.000 euro voor, maar toen alles rond was, veranderde de regering de voorwaarden en weigerde de steun, waardoor hij geen euro in handen kreeg”, aldus de genoemde vereniging.
Het gevolg was een schuldenlast die verergerde door de komst van de Covid-19-pandemie. “Zonder voldoende inkomen om de huur en andere kosten te betalen, raakte hij in een onhoudbare situatie terecht en de genadeslag kwam met financiële uitsluiting: op een lijst van wanbetalers staan werd een sociale veroordeling, waardoor de deuren van elk bedrijf dat hem in dienst zou kunnen nemen voor hem gesloten bleven”, vervolgen ze. De uitkomst was op dat moment onomkeerbaar: “Van werknemer met projecten werd hij economisch onzichtbaar”.
Onder de verschillende schuldeisers bevond zich ook de staat zelf, die “zonder blikken of blozen zijn vordering indiende, alsof hij niets te maken had met de oorzaak ervan”, benadrukken ze. Sterker nog, toen een rechtbank hem in het gelijk stelde, verzette de belastingdienst zich nog steeds tegen die gunstige uitspraak.
“De rechter erkende het voor de hand liggende: er was geen sprake van kwade trouw, maar van een burger die geruïneerd was omdat hij vertrouwde op instellingen die de regels veranderden toen hij al had geïnvesteerd, hoewel de kwijtschelding er kwam en daarmee de opluchting om opnieuw te kunnen beginnen”, voegden ze eraan toe.
Volgens hen gaat het niet alleen om een persoonlijke overwinning. “Het is een ongemakkelijke röntgenfoto van ons systeem: de regering vraagt de burger om vertrouwen, maar wanneer dat vertrouwen wordt geschonden, is het enige wat zij verdedigt de cijfers van haar belastinginkomsten. De waarde van een schuld is niet het gestempelde papier waarop deze staat, maar de legitimiteit die eraan ten grondslag ligt. En in dit geval was die legitimiteit geschonden vanaf het moment dat de staat zijn belofte niet nakwam”.
José Domínguez Sánchez, woordvoerder van de Asociación de Ayuda al Endeudamiento (Vereniging voor Hulp bij Schulden), drukt het krachtig uit: “Wanneer de regering zelf de economische crisis van een burger veroorzaakt en hem vervolgens eist dat hij tot de laatste cent betaalt, is dat geen rechtvaardigheid of economie: het is verraad aan het vertrouwen van het volk”.
Meer nog dan de kwijtschelding van de schuld en het nieuwe leven van de voormalige schuldenaar – na jaren van beslagleggingen en financiële uitsluiting – weerspiegelt dit een “ernstig structureel probleem op het gebied van insolventie en institutioneel vertrouwen”, aangezien dit soort gevallen “ook het vertrouwen van de mensen in het systeem ondermijnt”.